Hoewel ik mezelf niet tot de “dag-van-week-van-mensen” reken, spraken we als buurtverbinders af om bij toerbeurt een dag- of week-van onder de aandacht te brengen. Deze maand ben ik aan de beurt. En ik koos voor 19 april: de Landelijke Dag tegen het Pesten.
Een belangrijk thema. En toch besluit ik niet te schrijven over de mensen die gepest worden. Nee, ik kijk vandaag eens naar degenen die het doen. Naar de pesters. Naar ons. Naar mij.
Want waarom pesten we eigenlijk?
Als ik dat aan mezelf vraag, is mijn eerste reactie: Ik? Nee hoor, "ik pest niet.” Maar klopt dat wel? Ben ik echt zo onschuldig?
Ik denk terug aan mijn lagere school. Twee kampen: de christelijke school en de openbare. Geen knokpartijen of nare woorden, maar er hing wel een sfeer. Een onderliggende overtuiging dat ‘wij’ beter waren dan ‘zij’. En dat gold ook binnen de kerken. Zelfs daar kon je de subtiele superioriteit soms proeven. Niet uitgesproken, maar aanwezig. Ook nu op het werk, naar anders geaarden, tussen personen, verenigingen en zelfs tussen buurten bemerk ik (ook bij mezelf), soms een bepaalde rivaliteit die die niet alleen maar leuk is.
En eerlijk? Dat is óók een vorm van pesten. Of op z’n minst van buitensluiten, neerkijken, jezelf beter voelen. Niet met vuisten of scheldwoorden, maar met gedachten. Met blikken. Met stilzwijgende oordelen.
Op grotere schaal zie je het terug in de politiek. Lokaal, nationaal en internationaal. Daar wordt het soms grimmig, gewelddadig zelfs. Geen wonder dat we, misschien onbewust, iets van die houding oppikken. Dat we elkaar indelen in ‘wij’ en ‘zij’. In goed en fout. In meer en minder.
Psychologen hebben er kasten vol over geschreven. Over de redenen waarom mensen pesten: onzekerheid, groepsdruk, opvoeding, status, frustratie. Soms is het zo simpel als: jezelf beter willen voelen door een ander naar beneden te duwen.
En toch zeggen we vast allemaal: “Ik pest niet.”
Maar misschien… pesten we soms zonder het te beseffen. Met grapjes die nét te scherp zijn. Met uitsluiting die we goedpraten. Met oordelen die we niet uitspreken, maar wel denken. Misschien zouden we onszelf iets vaker die ongemakkelijke vraag moeten stellen: “Wat doet dit met de ander?”
En misschien is 19 april een mooie dag om daarmee te beginnen. Niet als een eenmalige reflectie, maar als een gewoonte. Iets kleins veranderen, elke dag opnieuw. Want écht verbinden begint bij jezelf.
Ik ga mijn best doen.
Jaap.