Vier mannen geëxecuteerd na staking Scheepswerf De Merwede
Hoewel er (nog) geen herdenkingsbord voor is geplaatst, heeft deze gebeurtenis een grote indruk achtergelaten op ons dorp in oorlogstijd. Onderstaand vindt u een artikel dat, naar aanleiding van "50 jaar na dato", te lezen viel in het mededelingenblad van onze vereniging.
Pagina 13 en 14, mededelingenblad 1993 15e jaargang nummer 1
50 JAAR NA DATO: APRIL-MEI STAKINGEN VAN 1943
Op 29 april 1943 vermeldden de kranten dat de Duitsers willen dat de voormalige Nederlandse militairen opnieuw in krijgsgevangenschap worden genomen. De oorzaak van dit besluit moet worden gezocht in het feit dat het de Duitsers op veel fronten niet goed gaat. Bovendien is men bang voor een invasie vanuit Engeland. De onverwachte Duitse maatregel leidt tot een evenzo onverwachte reactie van de Nederlandse bevolking: Een reeks van stakingen, die later de geschiedenis zijn ingegaan als de 'april-mei stakingen van 1943'. De stakingen beginnen bij Machinefabriek Stork in Hengelo, waar 3.000 werknemers weglopen. Veel andere bedrijven in het land volgen dit voor[1]beeld. Voordat de dag om is, wordt er al bij veertig bedrijven gestaakt. In Hardinxveld en Giessendam worden pamfletten verspreid door een verzetsgroep uit Dordrecht, waarin opgeroepen wordt om ook tot staking over te gaan. Reeds op 30 april wordt er gestaakt bij Scheepswerf De Merwede (400 man), Scheepswerf De Hoop (65 man), Scheepswerf en Machinefabriek De Holland (100 man) en bij IJzergieterij Versteeg (25 man). Daarnaast wordt er bij tal van bedrijven ge[1]staakt. De Duitsers slaan hard terug. Er volgt direct een onderzoek dat voor wat de Alblasserwaard betreft wordt geleid door 'Kriminalsekretär' Hoffman van de 'Dienststelle' Rotterdam. Op vrijdag 30 april is er politie langs de Merwede actief. Op zaterdag 1 mei komt Hoffmann zelf naar Hardinxveld, maar hij gaat nog niet tot actie over. Wel eist hij lijsten van werknemers, die niet op het werk zijn verschenen. De zondag daarop wordt burgemeester De Boer door officier Renner van de 'Grüne Polizei ' uit de kerk gehaald omdat er een aanplakbiljet bij het 13 viaduct over de Nieuweweg was aangetroffen, waarin werd opgeroepen te bIijven staken. Vervolgens overlegt De Boer met de directeur van De Merwede en roept vervolgens de werknemers op om de staking te beëindigen, anders zou er ‘s maandags bloed vloeien. Als op die maandagmorgen veel werknemers opnieuw niet verschijnen vlucht de directie van De Merwede. Als in de loop van de dag er toch werknemers verschijnen om weer aan het werk te gaan, worden er enkelen door Hoffmann gearresteerd. Hoffmann was eerst met overvalwagens naar De Holland gereden, waar directeur Caljé zich met hand en tand verzette. Hofmann druipt af en gaat naar De Merwede, waar een belangrijk deel van de mensen al weer aan het werk is gegaan. Op grond van een personeelslijst worden er 19 werknemers opge[1]pakt, die hun persoonsbewijs moeten inleveren. Vier anderen, die juist het terrein van de werf willen betreden, worden gevangen genomen: - Cornelis Willem de Kok uit Sliedrecht Cornelis van der Giessen uit Hardinxveld - Dirk Loeve uit Giessendam - Jan Willem de Blaey uit Hardinxveld. Ze worden afgevoerd naar Rotterdam, waar ze nog dezelfde dag in een uiterst summiere procedure worden veroordeeld tot de kogel, welk vonnis direct wordt uitgevoerd. Ze krijgen nog kort de gelegenheid om een afscheidsbriefje te schrijven naar hun dierbaren. Voordat dit briefje de geadresseerden bereikt hangt er al een ‘Bekanntmachung' op scheepswerf De Merwede, waarin het verschrikkelijke feit wordt gemeld. Die bekendmaking vermeldt enkele fouten, wat de snelheid waarmee de Duitsers te werk gingen illustreert. Zo wordt Van der Giessen als 'Van der Giesser' vermeld, met als 'geboorteplaats 'Boidiejen'. Dit moet Poederoyen zijn, welke plaatsnaam voor de Duitsers kennelijk onbekend was.

